Didactiek en het opleiden van leraren

Zo … het is weer even geleden dat ik voor het laatst op mijn blog publiceerde. Er is het nodige gebeurd….

http://www.youtube.com/watch?v=u086rr7SRso

In de afgelopen maanden heb ik gewerkt aan het onderzoeksvoorstel en ben ik begonnen met een pilot-studie ten gunste van het eerste artikel.  De hoofdvraag van het onderzoek is voorlopig: hoe kunnen lerarenopleiders zo goed mogelijk aanstaande leraren leren hoe zij moeten omgaan met het classroom climate. Als ik mijn post in juli terug lees, dan ligt dat aardig in de lijn. Over het proces dat ik doorlopen heb, vertel ik volgende keer graag meer. Leuker is het nu om over de inhoud te schrijven. Ik zal hieronder twee dingen doen: 1) even stil staan bij de term Classroom Management, omdat dit de term is die veel gebruikt wordt en kort beschrijven waar ik momenteel de pilot-studie op richt.

In de literatuur (en dat is dan meestal Engelstalig) kom ik vooral de term classroom management tegen. Ik (en misschien wel de meeste Nederlandse docenten) ben geneigd om management met ‘orde houden’ te associeren. Maar in die literatuur kwam ik de volgende veel gebruikte definitie tegen:

“We define Classroom Management as the actions teachers take to create an environment that supports and facilitates both academic and social emotional learning” (Evertson & Weinstein, 2011).

Tsja…. dat is toch haast gewoon lesgeven, lijkt me? Deze uitleg van classroom management is behoorlijk breed. In elk geval meer dan alleen ‘orde houden’. Als we die definitie volgen dan staat er zoiets als: een leraar doet zo veel mogelijk om er voor te zorgen dat er geleerd wordt (en het daadwerkelijke leren doet de student of leerling zelf). Een leraar is dan onderdeel van de omgeving en oefent invloed uit op die omgeving van de leerlingen. En daarmee vergroot de leraar de kans dat er geleerd wordt. En het gaat dan om zowel inhoudelijk als sociaal emotioneel leren. Maar goed … ik ga de term classroom management dus meer gebruiken (hoewel ik liever over classroom leadership zou spreken).

Tweede punt is de pilot-studie. Tijdens de pilot-studie ben ik bezig lessen van lerarenopleiders te observeren. Ik heb eerst drie observatie-formulieren gemaakt en samen met m’n dagelijks begeleider één van die drie gekozen. De pilot staat vooral in het teken van het testen van het observatie-instrument. Ik onderzoek of dat instrument valide en betrouwbaar kan zijn. Ik heb nu bijna 5 lerarenopleiders bekeken (morgen de 5e). Drie van de Lerarenopleiding VO en twee van de Pabo. Zo wordt het ook mogelijk om Pabo en LVO met elkaar te vergelijken; verzorgen Pabo-opleiders nu heel anders hun lessen dan de collega’s van LVO? En de kijk-vraag is dan; wat doen lerarenopleiders tijdens hun eigen lessen met betrekking tot het classroom management? Vanuit het idee dat lerarenopleiders tevens model zijn, is het belangrijk te weten welk classroom management zij voor leven.

Het youtube-filmpje is één van de hits die je tegenkomt als je de term ‘classroom management’ intypt. Het is soort weblecture. Het is een leraar die vertelt over hoe hij een hele drukke klas opvangt bij de deur, om er voor te zorgen dat er geen horde losgeslagen pubers binnen dendert.