Hoewel ik al een tijd geen onderwijs meer verzorg in het voortgezet onderwijs, kan ik mij de spanning van de start van het schooljaar nog goed herinneren. Zo zie ik o.a. mijn jaren in Almere op het Baken nog levendig voor me. Enerzijds voelde ik vaak positieve opwinding… Leuk om de leerlingen weer te spreken en met collega’s bij te kletsen. Vaak ook met goede voornemens om m’n lessen weer naar een hoger peil te brengen. Anderzijds zag ik er ook tegenop. Veel lessen, het mentoraat, huisbezoekjes plannen, vergaderingen…. En als gymleraar had ik niet weliswaar niet veel nakijk-werk (wij boden de leerlingen één of twee toetsen per jaar aan), maar de contacturen vroegen des te meer energie. En over de lessen en het begin van het schooljaar gaat dit keer m’n blog.
Elk schooljaar, op VO-school ‘Het Baken’, begon ik met goede voornemens. Eén daarvan was de volgende: “Eerst de leerlingen een beetje streng aanpakken, dan kan ik later de touwtjes wat meer laten vieren.” Maar… was dat eigenlijk wel een verstandig voornemen? Is nadrukkelijke aandacht voor de regels en de handhaving ervan, de goede focus bij de start van een schooljaar? Ik herinner me die KitKat-reclame nog goed: “Hallo schoonheid, waar zijn we nu helemaal mee bezig?” Dat is toch een soort schrikbeeld.
Dit keer wil ik drie bronnen raadplegen en eens kijken wat zij zeggen over de start van het schooljaar. Dat zijn: Robert Marzano en Wietske Miedema; Leren in vijf dimensies (2011), John Hattie; Leren zichtbaar maken (2013) en Peter Teitler; Lesssen in orde (2009). Ik heb juist deze drie gekozen omdat deze boeken op de lerarenopleiding gebruikt worden. En voor de liefhebber … Het onderzoek van Tim Mainhard (Universiteit Utrecht) toont aan dat een slechte start tussen klas en docent nauwelijks is recht te trekken. Het is op basis van Mainhard’s onderzoek belangrijk om goed te starten.
Marzano.
Er is in dit boek geen expliciete aandacht voor de eerste lessen van het schooljaar. Marzano begint zijn boek met het inzoomen op het beïnvloeden van motivatie. Dat is zijn eerste dimensie. En als het gaat om het beïnvloeden van de motivatie t.a.v. school en leren, dan onderscheidt Marzano 3 thema’s: het klassenklimaat, schoolse taken & opdrachten en betrokkenheid voelen bij het eigen leren. Marzano suggereert dat het klassenklimaat eerst aandacht moet krijgen. En daarmee bedoelt Marzano dan dat een leraar investeert in het bevorderen van acceptatie en zorgen dat leerlingen een gevoel van orde en veiligheid ervaren.
Als ik Marzano dan goed verder lees, zegt hij dat een band krijgen met de leerlingen je eerste aandachtspunt moet zijn.
Hattie.
Hattie schrijft in zijn boek: “Vaak wordt betwist dat leraren de grootste oorzaak zijn voor uiteenlopende resultaten, maar hoeveel onderzoeken zijn er nog nodig om de invloed van leraren aan te tonen.” Hattie’s onderzoek, dat weten jullie vast, is gebaseerd op 800 meta-studies van 50.000 onderzoeksartikelen over 150.000 effectgroottes en 240.000 leerlingen.
Hattie bespreekt in zijn boek achtereenvolgens de voorbereiding, het starten, het verloop en het einde van de les. Als het over ‘de voorbereiding van de les’ gaat, wijst Hattie zeer nadrukkelijk op de beginscore, de doelen en de vooruitgang van de leerlingen. Hattie maakt de inhoudelijke voorbereiding van de lessen belangrijk. Bij ‘het starten van de lessen’ komt het klassenklimaat in beeld. Hattie wijst dan op het belang van goede relaties waarin plaats is voor vertrouwen, zorg, samenwerking, respect en teamwork.
Hattie’s werk is genuanceerd en breedvoerig. Het blijft dus niet bij klassenklimaat; er zijn meer aandachtspunten. Een heel opvallend gegeven vind ik de aandacht die Hattie schenkt aan het belang van onderling vertrouwen in de lerarenkamer. Het is net alsof dat vertrouwen vanuit de lerarenkamer besmettelijk is.
Maar ook Hattie bespreekt niet expliciet wat je moet doen aan het begin van het schooljaar. Dat komt misschien wel omdat Hattie nadrukkelijk aandacht vestigt op het leren zichtbaar maken en in de tweede plaats focust op het lesgeven.
Teitler.
Het boek ‘Lessen in orde’ heeft na de inleiding een hoofdstuk dat heet: “Gedrag tijdens de eerste lessen.” En dat hoofdstuk focust dan al snel op … orde. Dit boek komt dus wél expliciet tegemoet aan mijn centrale thema: de eerste loodjes.
Teitler definieert ‘Orde’ niet heel nadrukkelijk. Dat is jammer, ook omdat het woord ‘Orde’ in de titel van het boek een dubbele betekenis heeft. Maar hij laat ons ook niet met lege handen achter. Teitler legt een link met klassenmanagement en schrijft op p.24: “…orde houden omschrijven we als een autoritatieve manier van lesgeven, waarbij wel grenzen worden gesteld, maar ook sensitief en begripvol wordt gesteund.” Orde heeft dus met regels te maken. Die regels dienen het leef- en werkklimaat en geven leraren de kans om tegemoet te komen aan noden en wensen van leerlingen.
Teitler bespreekt vervolgens 10 tips. Hij geeft in zijn hoofdstuk 1 hele concrete aanwijzingen voor gedrag van leraren tijdens de start van het schooljaar. Van die 10 tips staat “wees niet jezelf” op de eerste plaats. Daarna komt “contact maken” en op de derde plaats staat ‘Hanteer een vast patroon’.
Teitler zit wat mij betreft op een dubbel spoor, maar als ik moet kiezen is zijn focus: aandacht voor regels (orde).
Concluderend. Het lijkt er inderdaad op, op basis van deze drie boeken, dat het overdreven aandacht hebben voor regels en de naleving er van, zoals de juf van de Kitkat-reclame, niet de voorwaarden voor een goede start van het schooljaar genereert. Dat zal misschien ook niet verbazend zijn. Beter is het om te investeren in de relatie; tussen de leerlingen onderling en tussen de leraar en de leerlingen. Mijn voornemen uit mijn VO-periode: “Eerst een beetje streng aanpakken, dan kan ik later de touwtjes wat meer laten vieren” lijkt dus niet juist.
En verder …? Er blijven dan voor mij wel vragen over … Bijvoorbeeld: wat doet een leraar die zijn of haar focus op de relaties heeft? Welk gedrag vertoont een leraar die vertrouwen kweekt en die samenwerking stimuleert? Deze drie boeken helpen bij het vinden van een antwoord op die vragen. En het is niet ondenkbaar dat het opbouwen van relaties juist via het samen leren naleven van regels plaats vindt. Zou mijn oude voornemen m.b.t. het-streng-beginnen dan toch niet zo verkeerd zijn?
En in het kader van mijn promotieonderzoek is er nog een vraag; hoe leert een aankomende leraar goed te starten met een schooljaar? Is het lezen van die boeken en het volgen van (hoor)college dan genoeg? Of kun je maar 1 keer per jaar oefenen met de start van een schooljaar: op school, in het klaslokaal, met die leerlingen en dan lesgeven?
Voor alle leraren, docenten en opleiders: weer een heel goed schooljaar toegewenst.






Goed je hier onderaan de pagina aan te treffen! Geef een reactie: