Het is te lang geleden dat ik een bericht postte. Er zijn veel laptop-uren voorbij gegaan en ik heb dus juist wel ‘veel stil gezeten’. Ik praat je even kort bij.
Voor de zomervakantie had ik een conceptversie van een artikel af. Het betrof een uitgebreide literatuurstudie én een empirische studie. Ik was redelijk tevreden, en realiseerde me ‘heus wel’ dat de tekst nog niet helemaal af was. Je kent t wel … die puntjes op de i. Nou … de puntjes op de j en ij kwamen er ook nog bij.
Het artikel bleek bij bespreking met m’n hoogleraar (Klaas van Veen – check hier zijn mini-les tijdens de verkiezingen van docent van t jaar) te groot en de tekst was niet goed leesbaar…. &*#^ maar; hij had gelijk! Dat is even slikken, maar het promotieonderzoek doen gaat natuurlijk door!
Ik ben na de zomervakantie verder gegaan en heb me exclusief gericht op de literatuurstudie (zie eerdere blog). En daarin probeer ik een heel belangrijke basis voor mijn verdere onderzoek te leggen. Inmiddels kunnen we wel stellen dat classroom management en de andere aanverwante begrippen zeer uiteenlopend gedefinieerd worden en dat de kans op verwarring heel groot is. En ik sta niet alleen in deze vaststelling. Ook ander onderzoek laat zien dat er verwarring rondom de term klassenmanagement is (Kaufman & Moss, 2010).
In het artikel dat ik nu maak, schrijf ik over de volgende aanleiding:
Tijdens een onderwijskunde-les op de lerarenopleiding voor leraren voortgezet onderwijs vroeg een vierdejaars student naar het verschil tussen de termen ‘klassenmanagement’ en ‘klassenomgeving’. Het gesprek ontstond naar aanleiding van een onderzoek van Korpershoek e.a. (2014) waarin effectieve klassenmanagement strategieën centraal staan. In deze review definiëren Korpershoek e.a. classroom management door te stellen dat effectief klasmanagement meestal gebaseerd is op het principe van het bewerkstelligen van een positief klassenomgeving en omvat effectieve leraar-leerling relaties. Daarbij verwijzen Korpershoek e.a. naar een publicatie van Wubbels, Brekelmans, Van Tartwijk, en Admiraal (1999). Er was tijdens de onderwijskunde-les een levendige discussie waarin allerlei gebeurtenissen, feiten, visies en meningen elkaar afwisselden. Maar er ontstond niet zomaar overeenstemming over de termen en definities. De groep studenten en lerarenopleider raakte onderling verdeeld. Een student vroeg of het klopte dat klassenmanagement dus gericht was op de klassenomgeving. Die twee begrippen zijn dus niet synoniem aan elkaar? Een eerste groepje studenten zei dat het verschil in termen verwaarloosbaar was. Gedrag en omgeving zijn dusdanig met elkaar vervlochten dat het scheiden van die twee kunstmatig is. Sommigen associeerden ‘classroom management’ met orde, regels en gehoorzaamheid en ‘classroom environment’ met sfeer en onderlinge relaties. Een zelfverzekerde student stelde dat management iets zegt over wat de leraar doet, terwijl classroom environment verwijst naar gedrag van leerlingen. Het laatste groepje opperde dat classroom management uitsluitend naar gedrag verwijst en classroom environment uitsluitend naar de omgeving.
De lerarenopleider beloofde de groep aanstaande leraren plechtig voor helderheid over de kwestie te zorgen. Het bleek al snel lastig om die belofte in te lossen. De lerarenopleider vond al verschillende aanwijzingen over het belang van klassenmanagement en de problemen die startende leraren ondervinden….
Biggs (2012) schrijft in zijn onderzoek over constructive alignement. Het is volgens Biggs belangrijk dat de opleider en de student over de zelfde dingen praten tijdens de les en als dat niet zo is, dat dan de kans op misconceptie groot is. En als het opleidingsonderwijs niet goed aansluit bij de studenten … tjsa dan is er bij aanstaande leraren kans dat zijzelf moeite ondervinden bij het bewerkstelligen van een prettig leerklimaat én dat leerlingen onder sub-optimale omstandigheden onderwijs volgen. Ook hier zie je dat Droste-effect: als er in de wetenschap onvoldoende duidelijkheid is over begrippen, dan kunnen de lerarenopleiders niet goed onderwijs verzorgen over een onderwerp als classroom management. Als aanstaande leraren onderwijs volgen waar onduidelijkheden zitten …. nou ja, die redenering is duidelijk, toch?
Wat ik in dit stadium van mijn ontwikkeling als onderzoeker moeilijk vind, is het presenteren van een alternatief. Ik heb wel ideeën over een alternatief, dat is t niet. Ik vind het ook niet zo lastig om te stellen dat de bonte verzameling van goed bedoelde definiëringen van classroom management, ‘constructive alignment’ in de weg staan. Maar die laatste stap … nog een definitie toevoegen met de ijdele hoop dat deze definitie dan wél duidelijkheid kan verschaffen? Dat vind ik lastig.
De volgende keer hoop ik jullie m’n eigen definitie te kunnen presenteren. Wat mijn kijk op classroom management misschien anders maakt, is een holistische blik, zoals je dat in je jaren ’70 van de vorige eeuw ook zag. Maar eerst moet de volgende versie van m’n artikel van de hoogleraar een krul krijgen…
Verwijzingen:
Kaufman, D., & Moss, D. M. (2010). A New Look at Preservice Teachers’ Conceptions of Classroom Management and Organization: Uncovering Complexity and Dissonance. Teacher Educator, 45(2), 118-136.
Biggs, J. (2012). Enhancing learning through constructive alignment. In J. R. Kirby, M. J. Lawson, J. R. Kirby, M. J. Lawson (Eds.) , Enhancing the quality of learning: Dispositions, instruction, and learning processes (pp. 117-136). New York, NY, US: Cambridge University Press.





Goed je hier onderaan de pagina aan te treffen! Geef een reactie: