Steeds meer leraren merken dat je een goede les niet kunt verzorgen door slechts één didactische invalshoek of werkwijze centraal te zetten. Onderwijs verzorgen vraagt een voortdurende alertheid, wendbaarheid en daadkracht. Want bij de ene klas werkt je favoriete aanpak prima, maar bij de volgende klas lijkt diezelfde aanpak juist contraproductief. Een docent die graag met behulp van het model directe instructie lesgeeft, moet zich tegelijkertijd verhouden tot de dynamiek van de groep (Stockard et al, 2018). En dus kan het zo nu en dan nodig zijn om af te wijken van de vaste structuur en opbouw van de les. Evenzo zal een leraar die voornamelijk onderzoekend leren faciliteert, uiteindelijk ook heldere regels stellen en zo nodig sanctioneren (Hmelo-Silver et al, 2007). Onderzoekend leren betekent namelijk niet dat leerlingen vrij en vrijblijvend hun gang kunnen gaan.

Het komt erop neer dat verschillende kenmerken van het lesgeven en de context waarin dat gebeurt elkaar beïnvloeden. Om al deze elementen de aandacht te geven die ze verdienen, kan het Didactisch Klaverblad – ook wel bekend als het FRIS-model – uitkomst bieden (Oldeboom, 2024). FRIS verzamelt de eerste letter van vier basiskenmerken van een les: Fysieke factoren, Relatie, Inhoud en Structuur. Het helpt docenten om, afgestemd op de specifieke kenmerken van de groep, de eigen docentvaardigheden, de aard van het vak, het gewenste pedagogische klimaat, de visie van de school én de omstandigheden op dat moment, hun onderwijs vorm te geven.

Wil je nu samen met collega’s of studenten reflecteren op een gegeven les aan de hand van het FRIS-model? Dan kan de onderstaande handleiding voor een feedback- en reflectiegesprek je goed van pas komen. Deze handleiding is bij uitstek geschikt voor:

  • Werkplekbegeleiders die met aanstaande leraren in gesprek gaan;
  • Teamleiders die na een lesbezoek willen reflecteren en adviseren;
  • Professionele leergemeenschappen die samen de kwaliteit van hun lessen willen evalueren en verbeteren;
  • Docenten die ambitieus zijn en graag het beste uit zichzelf en hun lessen willen halen;
  • Lerarenopleiders die met studenten in gesprek willen over wat een ‘goede les’ nu precies inhoudt.
  • En er zijn nog meer toepassingen te noemen…

Door breed te kijken – dus niet alleen naar de manier van instructie, maar ook naar groepsdynamiek, leerlingen, vakinhoud, pedagogisch klimaat en de schoolcontext – kun je als leraar een gevarieerde en rijke leerervaring bieden. Download de handleiding en ontdek hoe je met behulp van het FRIS-model een constructief en verdiepend gesprek voert over jouw lespraktijk.

Bronnen

Hmelo-Silver, C. E., Duncan, R. G., & Chinn, C. A. (2007). Scaffolding and Achievement in Problem-Based and Inquiry Learning: A Response to Kirschner, Sweller, and Clark (2006). Educational Psychologist, 42(2), 99-107. https://doi.org/10.1080/00461520701263368

Oldeboom, B. (2024). Het concept van klassenmanagement in Nederlandse lerarenopleidingen. Meer samenhang en concreetheid nodig. Proefschrift. Open Universiteit.

Stockard, J., Wood, T. W., Coughlin, C., & Rasplica Khoury, C. (2018). The Effectiveness of Direct Instruction Curricula: A Meta-Analysis of a Half Century of Research. Review of Educational Research, 88(4), 479-507. https://doi.org/10.3102/0034654317751919

Goed je hier onderaan de pagina aan te treffen! Geef een reactie:

Trending