“Relatie voor prestatie”. Het is een vaak gehoord advies in het onderwijs. Het betekent zoiets als: investeer in de relatie met studenten, dan zorg je automatisch voor een uitdagend en veilig leef- en leerklimaat. Tijdens opleidingen voor docenten in het hoger onderwijs (BDB of BKO) wordt dit advies gegeven en ervaren docenten legitimeren hiermee regelmatig hun keuzes ten behoeve van persoonlijk contact met studenten.
Een poosje geleden schreven we een artikel over het advies ‘relatie voor prestatie’. In dit artikel nemen we dit relatie-advies onder de loep. Wat bedoelt men daar precies mee? Met welk doel schenkt een docent aandacht aan de relatie? En wat betekent dat voor de les? In dit artikel kijken we naar de kansen als docenten investeren in de relatie, maar we letten ook op de risico’s.
De titel van ons artikel probeert belangrijke vragen te stellen, namelijk: beste docent, hoe belangrijk vind jij de relatie tussen jou en de studenten en … hoe belangrijk is die relatie ten opzichte van de leerprestaties van je studenten? Of … schenk je vóór dat je over je lesinhoud begint, aandacht aan de relatie met je studenten of is het contact met studenten pas belangrijk nadat je over je inhoud begonnen bent?
In dit artikel starten we vanuit het FRIS-model voor beter leren lesgeven. Het didactisch klaverblad—beter bekend als het FRIS-model—bestaat uit vier elkaar versterkende ‘bladeren’: Fysieke factoren, Relatie, Inhoud en Structuur. In het artikel gaat de spotlight op het blad Relatie. Docenten die hierin investeren, bouwen aan twee pijlers. De eerste pijler is communicatie: zij bevorderen een betekenisvolle dialoog tussen henzelf en hun studenten én stimuleren betekenisvolle interacties tussen studenten onderling. De tweede pijler is de groepsdynamiek: in elke klas groeit een sociaal netwerk dat méér is dan de optelsom van individuele 1-op-1-banden. In het artikel focussen we vooral in op die eerste pijler — communicatie — om te laten zien hoe juist dát de motor, maar soms ook de rem voor een goede les kan zijn.
We maken in dit artikel onderscheid tussen drie dimensies van de relatie die een docent kan hebben met de studenten: een machtsdimensie, een functionele dimensie en een persoonlijke dimensie van relatie. Het doel van dit artikel is docenten te helpen om tot een juiste mix van deze drie dimensies van de relatie te komen.

Het hierboven weergegeven schema is te zien als de opvolger van de Roos van Leary. De assen ‘boven – onder’ (Dominance) en ‘samen – alleen’ (Cooperation) zijn er nog steeds. De persoonlijke dimensie is hieraan toegevoegd. Op deze manier ontstaan er 8 vakken. Deze drie relatiedimensies maken het gesprek over de wijze waarop docenten vormgeven aan de relatie misschien meer complex. Daartegenover staat dat de nuances gemakkelijker aan de orde kunnen komen…
Welke relatie-diminensie-mix streef je vaak na?





Goed je hier onderaan de pagina aan te treffen! Geef een reactie: